Een lactose-intolerantie betekent dat je lichaam moeilijk melk en melkproducten kan verteren. Lactose is namelijk een suiker dat in deze producten voorkomt en wordt ook wel melksuiker genoemd. Al met al is een lactose-intolerantie een niet-allergische vorm van voedselovergevoeligheid.
Inspiratieverhalen | Naar de webshop
Wat is een lactose-intolerantie?
Lactose-intolerantie is dus géén allergie waarbij je afweersysteem abnormaal reageert op bepaalde eiwitten uit voeding. Een intolerantie zorgt er alleen voor dat je lichaam bepaalde voedingsproducten niet goed kan verteren. Dit komt doordat er een tekort aan bepaalde stoffen die een functie hebben bij de vertering is. Om lactose te kunnen verteren is er namelijk het enzym lactase nodig die in de dunne darmwand aangemaakt wordt.
Wanneer het lichaam niet genoeg lactase aanmaakt, kan het lichaam lactose niet goed verteren. Daarbij komt het onverteerd in de dikke darm terecht waarna de bacteriën in de dikke darm, de darmflora de lactose gaan ‘vergisten’. Hierdoor kunnen klachten ontstaan.
Symptomen
In de dikke darm ontstaan dus de klachten bij een lactose-intolerantie door slechte vertering van lactose. De darmflora gaat de lactose dan ‘vergisten’ waardoor klachten ontstaan.
Denk hierbij aan de volgende klachten:
- darmrommelingen
- opgeblazen buik
- winderigheid
- buikpijn
- diarree
- obstipatie
- misselijkheid
- klachten aan de luchtwegen
- vermoeidheid
Vermoeidheid is een bekend symptoom van de lactose-intolerantie. Dit komt doordat het je lichaam veel energie kost wanneer het moeite heeft om lactose te verteren. Soms kan het voorkomen dat er weinig klachten of vage klachten aanwezig zijn. Dan is het lastiger om de oorzaak te kunnen vinden.
Oorzaken lactose-intolerantie
Er zijn drie verschillende vormen van lactose-intolerantie, met ieder een eigen oorzaak. We benoemen ze hier:
- Aangeboren (congenitale) lactose-intolerantie
De aangeboren (congenitale) lactose-intolerantie is een zeldzame, erfelijke vorm die vanaf de geboorte geen of te weinig lactase aanmaken. Bovendien verdragen deze ook geen moedermelk en zal deze lactose-intolerantie levenslang aanwezig blijven.
- Primaire lactose-intolerantie
De primaire lactose-intolerantie is de meest voorkomende vorm en ontstaat door onvoldoende productie van het enzym lactase. In kleine hoeveelheden komt lactose ook voor in moedermelk en maken zuigelingen voldoende van het enzym lactase aan om lactose uit de moedermelk te kunnen verteren. Echter neemt na het 3e levensjaar voornamelijk bij Afrikanen, Aziaten, Zuid-Europeanen en Zuid-Amerikanen de productie van lactase af. Hierdoor komt lactose-intolerantie veel vaker voor in dit soort landen in tegenstelling tot West-Europeanen en Noord-Amerikanen. Dit heeft de benaming ‘primaire lactose-intolerantie’.
- Secundaire lactose-intolerantie
De secundaire lactose-intolerantie ontstaat wanneer de darmwand beschadigd is. Denk hierbij aan een (chronische) darmontsteking, een darminfectie, na een darmoperatie of na bestraling van de darm. In deze gevallen is de darmwand niet meer in staat om voldoende lactase aan te maken. Zo kan de secundaire lactose-intolerantie tijdelijk zijn, na herstel van de darm kan er weer voldoende lactase aangemaakt worden.
Diagnose
Vaak zijn er vermoedens dat iemand een lactose-intolerantie heeft omdat er klachten ontstaan na het eten of drinken van (grote hoeveelheden) melkproducten. Voordat je de diagnose kan stellen moet de arts echter eerst zorgen dat andere aandoeningen uitgesloten zijn. Denk hierbij aan koemelk-allergie, gluten-intolerantie (coeliakie), de ziekte van Crohn of het prikkelbare darmsyndroom. Vervolgens zijn er meerdere opties om de diagnose van lactose-intolerantie te stellen:
- Waterstof-ademtest – tijdens dit onderzoek is waterstof (H2) in de uitgeademde lucht gemeten voorafgaand en na het drinken van een suikeroplossing met lactose. Er wordt door de darmbacteriën waterstofgas geproduceerd tijdens de afbraak van suikers zoals lactose. Deze zal vervolgens opgenomen worden in het bloed, passeert de longen en uiteindelijk adem je dit uit. Wanneer je op verschillende tijden na het drinken van de suikeroplossing de hoeveelheid waterstofgas in de uitgeademde lucht bepaalt, kan de arts zien of er sprake is van lactose-intolerantie.
- Lactose Tolerantie Test (LTT) – tijdens dit onderzoek krijg je een hoeveelheid lactose toegediend. Normaal gesproken wordt lactose afgebroken door het enzym lactase, de suikerdeeltjes kunnen opgenomen worden in het bloed. Daardoor zal het bloedsuikergehalte stijgen. Als er een lactose-intolerantie is dan is er niet voldoende lactase aanwezig om de lactose te verteren. Zo komen de suikerdeeltjes niet in het bloed terecht, en dit kun je dan meten door op verschillende momenten bloed af te nemen en het bloedsuikergehalte te bepalen. Wanneer gezien wordt dat het bloedsuikergehalte niet stijgt, is er sprake van een lactose-intolerantie.
- Eliminatie-provocatie test – mocht je klachten hebben die duiden op een lactose-intolerantie dan kan een diëtist of specialist de eliminatie-provocatie test doen. Je gebruikt dan gedurende een periode lactosevrije voeding, de eliminatie fase. Als de klachten in die periode verminderen of verdwijnen wijst dit op een lactose-intolerantie. Na enige tijd moet je dan weer een hoeveelheid lactose in jouw dieet toevoegen, de provocatie fase. Mochten de klachten terugkomen dan kan de diagnose ‘lactose-intolerantie’ vastgesteld worden.
Lactosevrij alternatieven
Als de diagnose vastgesteld is dan kun je samen met een diëtist bekijken hoeveel lactose je nog wel kan verdragen. Op die manier kun je samen een voedingspatroon samenstellen op basis van jouw tolerantie. Tegenwoordig zijn er vele alternatieven wat betreft melk en melkproducten dus hoeft het zeker geen straf te zijn. Denk aan lactosevrije melkproducten maar ook plantaardige melkproducten op basis van soja, haver, rijst, hazelnoot of cashew. Het is namelijk wel belangrijk om melkproducten te blijven nemen aangezien er anders tekorten kunnen ontstaan aan bepaalde vitamines en mineralen. Eventueel kun je er ook voedingssupplementen bij nemen want bij de meeste plantaardige melkproducten ontbreken er altijd nog een aantal aminozuren en vitaminen. Melkproducten op basis van soja zijn qua aminozuren nog de beste keuze, maar bevatten vaak aminozuren in kleine hoeveelheden.